28 februari 2018
“Een oude voedselketen lokaal in ere herstellen” door akkerbouwer Wynand Vogels

Wynand Vogels en het succes van de coöperatie Kollenberger Spelt:

“Een oude voedselketen lokaal in ere herstellen”

SCHINNEN –Akkerbouwer Wynand Vogels uit Schinnen staat niet lang stil bij het verleden. “Als boer ben ik op de eerste plaats een ondernemer. Ik zoek altijd naar nieuwe dingen, naar nieuwe mogelijkheden om mijn boerenbedrijf gezond te houden.”

“Een jaar of twintig geleden zaten we eens met een groep ondernemers bij elkaar. We hadden het over Limburg en over wat nou typisch Limburgs is. Iemand zei ‘vlaai’, iemand anders zei ‘bier’. Tegelijkertijd beseften we toen dat er eigenlijk niets Limburgs meer was aan de Limburgse vlaai of het Limburgse bier. Alle ingrediënten kwamen van elders, maar zeker niet uit Limburg. Dus in hoeverre konden we toen nog echt trots zijn op onze zogenaamde ‘Limburgse producten’?”

Dat begon geleidelijk te veranderen in de jaren 90 van de vorige eeuw. “Er groeide een nieuw bewustzijn. Mensen werden kritischer. Gingen meer en beter op hun voeding letten. Het milieubesef groeide. Er werd meer gesproken over kwaliteit in plaats van kwantiteit. Even later ontstond het begrip ‘duurzaamheid’.” Er hing verandering in de lucht.

“De Gulpener Bierbrouwerij was één van de eerste bedrijven waar het roer drastisch om ging. De brouwerij brak met het verleden en wilde alle ingrediënten voor het bier voortaan van lokale boeren betrekken.” Daarvoor werd een coöperatie van graanboeren opgericht, onder de naam Triligran. Ongeveer 40 Limburgse graanboeren telen sindsdien de brouwgerst voor de Gulpener Bierbrouwerij. Vogels was van het begin af aan betrokken bij die coöperatie.

Rond diezelfde tijd sprak Vogels met de toenmalige molenaar van de Stadbroekermolen in Sittard. “Deze was enthousiast over de oude graansoort spelt. Dat maakte mij nieuwsgierig: misschien was spelt wel een economische mogelijkheid.” Vogels besprak het idee spelt met enkele collega boeren.

Vanaf 1997 begon de speltteelt op heel kleine schaal op de Sittardse Kollenberg. “Het was vallen en opstaan. Maar we zagen vrijwel meteen de mogelijkheden van spelt. Spelt is een graansoort die heel weinig eisen stelt aan bemesting  of bescherming tegen ziekten en plagen. De drie lagen kafjes beschermen de korrel erg goed tegen vervuiling van buiten af!”

Nadeel is wel dat een hectare spelt  de helft minder opbrengt dan een hectare tarwe. “Tarwe is dermate veredeld om vooral zoveel mogelijk opbrengst per hectare te genereren. Maar dat is tegelijkertijd een beetje ten koste gegaan van de kwaliteit van tarwe.”

Nadat de eerste speltoogst tot meel gemalen was gingen de boeren in gesprek met lokale bakkers. “Voor een nieuw idee heb je vooral open-minded mensen nodig. Wij gingen heel enthousiast in dialoog met de bakkers. Om vooral te ontdekken dat nogal wat bakkers gewend en verwend waren met de kant en klaar meelmixen die zij van hun toeleveranciers betrokken en daardoor niet snel aan nieuwe producten wilden beginnen. Dat viel in het begin heel erg tegen.”

En ineens was daar bakker Frank van Eerd, die wel open stond voor dit experiment en er met veel succes ambachtelijk brood van wist te maken. “Frank groeide in korte tijd uit tot onze ambassadeur. Hij werd ‘Mister spelt’. Daar hebben wij als pionierende speltboeren maximaal van geprofiteerd.”

Vijf Limburgse boeren verenigden zich in de coöperatie ‘Kollenberger spelt’. “We wilden een oude voedselketen lokaal in ere herstellen: boer, molenaar, bakker. Maar elke keten is zo sterk als de zwakste schakel. Zo’n keten opbouwen kost heel veel tijd. Je moet het vertrouwen winnen, eerlijke afspraken maken èn nakomen en op elkaar kunnen vertrouwen.”

De keten groeide, vooral na de aanstelling van Wiro Nillesen in 2012. “Wiro werd de regisseur van de hele keten. Hij ging voor ons op pad, was onze woordvoerder en maakte duidelijke afspraken met iedereen. Hij maakte de keten sterk en transparant tot wat die nu is.”

De vijf boeren van de coöperatie ‘Kollenberger spelt’ produceren nu jaarlijks zo’n duizend ton speltgraan, op 170 hectare grond.  De Commandeursmolen in Mechelen maalt nu op traditionele wijze het speltgraan. Anno 2016 wordt het Kollenberger speltmeel verkocht aan ruim 220 bakkers in heel Nederland.

“Het gaat heel goed”, bevestigt Wynand Vogels. Bijna zelfs te goed. De laatste jaren is de vraag naar speltmeel spectaculair gestegen. “In 2014 was de vraag naar speltmeel veel groter dan het aanbod. In dat jaar schoot de prijs van speltmeel de hoogte in. Wij hebben er toen voor gekozen om eerst onze vaste afnemers te bedienen tegen de vooraf afgesproken prijs. Dat werd enorm gewaardeerd.”

Spelt is geen tijdelijke hype, maar weldegelijk een blijver, denkt Vogels. “Speltbrood heeft zich een vaste plek veroverd op de broodmarkt. Mensen vinden het vooral lekker en qua energie en gezondheid doet het absoluut niet onder voor tarwebrood. Sterker nog: ik denk dat speltbrood iets gezonder is.”

Het boerenleven is sindsdien ingrijpend veranderd, zegt Vogels: “Er komt steeds meer diversiteit aan producten. De focus komt steeds meer te liggen op de gezondheid van producten. Dankzij de snel voortschrijdende  veredelingstechnieken zijn we straks in staat om gewassen te telen die dermate  verbeterd zijn, dat ze de gezondheid van mens en dier ten goede komen. De consument van de toekomst zal nog veel meer dan nu willen weten waar zijn voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd is. Dat biedt kansen voor lokaal geproduceerd voedsel . Boeren zullen daarop gaan inspelen.”

Vogels boert op Hoeve Krekelberg in Schinnen, in navolging van zijn vader. Naast zijn boerenbedrijf runt hij samen met zijn echtgenote Johanna een natuurkampeerterrein rondom de boerderij.