28 februari 2018
“Spelt en de redding van De Kollenberg” door Ed van den Ende

Natuurbeschermers introduceren oude graansoort in bedreigd natuurgebied:

Spelt en de redding van De Kollenberg 

SITTARD – De oude graansoort spelt is tegenwoordig als brood en in vele andere vormen terug te vinden in bijna elke supermarkt. Maar zo’n 16 jaar geleden, rond het millennium, had nog bijna niemand van die vergeten graansoort gehoord. Bijna niemand, want in Sittard experimenteerde een klein clubje natuurbeschermers met… spelt.

De Kollenberg in Sittard is het noordelijkste puntje van het zogenaamde plateau van Doenrade. Dat plateau is een verre uitloper van de Ardennen. De Kollenberg is de noordelijkste plek in Limburg waar het typische, Zuid-Limburgse heuvellandschap voor het eerst heel lieflijk en zeer pril begint te glooien.

De Kollenberg is één van de laatst overgebleven open gebieden, in het tot aan vrijwel alle stadsgrenzen dichtgebouwde Sittard. Vooral daarom is De Kollenberg sinds mensenheugenis geliefd als wandel- en ontspanningsgebied Een fraaie holle weg voert langzaam stijgend omhoog, langs de kapel van Sint Rosa, de patroonheilige van de stad. De kapel dateert uit 1675. Helemaal boven op De Kollenberg, op ongeveer 100 meter boven NAP, opent het landschap zich tot een vergezicht, met blik op het Duitse grensdorp Hillensberg, met daarachter weer het Nederlandse Doenrade.

De stedelijke druk op open, landschappelijk fraaie gebieden is altijd groot. Tussen 1950 en 1998 bouwde Sittard de gebieden ten noorden en ten zuiden van De Kollenberg vrijwel dicht. Ten noorden verrezen vierkante volkswijken, ten zuiden verrees villawijk De Kollenberg. Alleen De Kollenberg zelf bleef open.

Tot aan de jaren 90 van de vorige eeuw. Gemeente en projectontwikkelaars maakten plannen om de villawijk De Kollenberg uit te breiden tot en met De Kollenberg zelf. Wie zou er immers niet willen wonen in dit landschappelijk fraaie en glooiende gebied? In hun ogen was De Kollenberg een toplocatie, waar ongetwijfeld veel geld te verdienen was.

De plannen voor verdere bebouwing van De Kollenberg stuitten op verzet van de bevolking. Dat protest verenigde zich in 1995 in de oprichting van de stichting tot Behoud van De Kollenberg. Het bestuur van de stichting bestond destijds uit Guus

Daniels, Ton Vogels, Piet Veugen, Wil Krekels, Harie Bronneberg en Ed van den Ende. “Ver voordat nog iemand het begrip ‘duurzaam’ gebruikte, zochten wij toen al naar een duurzame invulling voor De Kollenberg”, zegt Ed van den Ende. “We wilden terplekke kleinschalige landbouw laten bedrijven. Terplekke gewassen telen die we dan lokaal aan de man wilden brengen. ‘Van de grond in de mond’, noemden we dat.”

Van den Endes achtergrond als natuurgids voor het Instituut Voor Natuureducatie (IVN) kwam daarbij van pas. “Ik kwam toevallig in gesprek met een boer uit Doenrade die een klein perceel grond had op De Kollenberg. Ik vroeg hem of hij bereid was de oude graansoort spelt te gaan zaaien. Niemand had toen nog van spelt gehoord, maar ik wist dat het een oude graansoort was die bovendien vrij eenvoudig te telen was. Spelt stelt heel weinig eisen aan de bodem. Bovendien is spelt een taaie plant, die de graankorrel met drie kaflagen beschermt tegen ziekten en vraat. Arbeidsextensief dus: we hoefden niet te spuiten of te bemesten. Dat was mooi meegenomen.”

Spelt is een graansoort uit familie van de Triticum, net als tarwe. De graansoort wordt al meer dan duizenden jaren door de mens geteeld. Aanvankelijk vooral in de Nijl-delta in Noord-Afrika en de landen rondom de Middellandse Zee en later ook in de rest van Europa. Na de Tweede Wereldoorlog verdwijnt spelt volledig van de Nederlandse akkers. Met de laatste Hongerwinter nog in gedachten begint dan een enorme schaalvergroting in de Nederlandse landbouw, onder aanvoering van minister Sicco Mansholt. Mansholt moet de door de oorlog gestokte voedselproductie snel en efficiënt op gang zien te krijgen. Hij doet dat onder andere door op zeer grote schaal een nieuwe tarwesoort aan te planten. Een tarwe uit de Verenigde Staten, die intensief is veredeld om vooral zoveel mogelijk graan op te leveren.

De boer uit Doenrade was in 1996 bereid om de eerste hectare spelt op De Kollenberg in te zaaien. Puur toevallig begint in exact datzelfde jaar een regionaal Spelproject in het Gronings Pieterburen eveneens spelt te zaaien. Wat betreft de herintroductie van spelt moet De Kollenberg de credits dus gebroederlijk delen met Pieterburen.

Na een jaar was de eerste speltakker rijp voor de oogst. Maar dan? “Dan houd je uiteindelijk heel veel graankorrels over, nog steeds beschermd door drie lagen

kaf.” Om het kaf van het koren te scheiden moest het graan op transport naar Duitsland. “In tegenstelling tot Nederland is spelt in het wat traditionelere Duitsland (‘Dinkel’) nooit helemaal verdwenen, waar het regionaal op kleine schaal nog altijd wordt geteeld. De Duitsers hadden ook de juiste dorsmachines om het stugge kaf van het speltkoren te scheiden.”

Daarna kwamen de graankorrels weer terug naar Nederland. De molenaar van de plaatselijke Stadbroekermolen was bereid om er meel van te malen. In het jaar 2000 worden de eerste zakken met speltmeel gevuld, geteeld op De Kollenberg, gemalen in de Stadbroekermolen; een puur lokaal product. Conform hun motto ‘Van de grond in de mond’ zoekt de stichting tot behoud van De Kollenberg naar mogelijkheden om het speltmeel aan de man te brengen. De stichting benadert alle Sittardse bakkers en biedt hen spontaan het speltmeel aan. Maar er was op zijn zachtst gezegd weinig interesse bij de bakkers…

“Van de tien bakkers die we benaderden, wilden acht er niet eens aan beginnen. Ze kenden spelt niet, of hadden geen enkele zin in een experiment.” Zo bleven er uiteindelijk twee bakkers over, die het op zijn minst wilden proberen. Bij één van twee mislukte het baksel compleet. “Net zoals de teelt en verwerking van spelt, vraagt ook de bereiding van speltdeeg specifieke kennis. Dat maakte het extra moeilijk.”

Bleef er nog één bakker over. Dat was de toen 28-jarige Frank van Eerd. Van Eerd gaf leiding aan de bakkerij van Le Marché in het toenmalige pand van Vroom & Dreesmann, op de Markt in Sittard.  Van Eerd experimenteerde in die tijd al volop met biologische tarwesoorten, en hij durfde een experiment met spelt wel aan. Van Eerd: “Heel eerlijk gezegd had ik nog nooit van spelt gehoord. Maar ik was wel nieuwsgierig en belde mijn oud-leraar Ruud Bottemanne van mijn vakopleiding in Eindhoven. Hij reageerde heel enthousiast en dat sloeg een beetje op mij over.”

De verkoop van het eerste brood met spelt van De Kollenberg begon op woensdag 23 augustus 2000. Het was een warme en zonnige zomerdag. Sittard maakte zich op voor de traditionele Sint Rosa-kermis, in het laatste weekend van augustus. De stichting tot behoud van De Kollenberg lanceerde vooraf een slimme publiciteitscampagne in de plaatselijke media. Ed van den Ende: ”Mensen konden een bon invullen en daarmee hun Kollenberger speltbrood reserveren.”

Die ene dag verkocht Le Marché exact 500 speltbroden. Bakker Frank van Eerd was verbaasd en verrast: “Dit had ik nog nooit meegemaakt.” Ed van den Ende en de stichting tot behoud van De Kollenberg waren vooral heel erg blij. “Sittardenaren gaven massaal gehoor aan onze oproep. Ze kochten het brood vooral om één reden: De Kollenberg moest De Kollenberg blijven.”

Ed van den Ende: “Ineens had Sittard weer een lokaal brood, gebakken door een lokale bakker op basis van lokale ingrediënten. Kollenberger speltbrood was ons brood, en de Sittardenaren waren daar blijkbaar erg gevoelig voor.”

Ook na die eerste verkoopdag bleef het speltbrood wekenlang goed verkopen bij Le Marché. Zo goed dat de kleine voorraad spelt snel op was. “De vraag naar speltbrood liet niet na. Mensen vonden het vooral lekker en wilden meer van dit lokale, ambachtelijke brood”, aldus Van den Ende.

Het Kollenberger speltbrood betekende uiteindelijk de redding van De Kollenberg. De bouwplannen verdwenen en de stichting tot behoud van De Kollenberg plantte in het gebied een groot Memoriebos aan, waar inwoners een boom kunnen adopteren. De stedelijke druk op De Kollenberg is voorlopig even van de ketel, denkt Van den Ende.

Anno 2016 wordt er op De Kollenberg geen Kollenberger spelt meer verbouwd, betreurt Van den Ende.  “Het gebied is blijkbaar te kleinschalig voor akkerbouw. Maar ik zou het toejuichen als we op De Kollenberg op kleine schaal blijven experimenteren met oude, vergeten graansoorten zoals teff of quinoa.”

Ed van den Ende (78) is nog steeds actief als stadgids in zijn geboortestad Sittard. Hij leidt, volop vertellend, groepen bezoekers vooral door de historische binnenstad. Zijn favoriet: “De Sint Michielskerk op de Markt: een fraaie barokkerk uit 1668.”