23 maart 2018
Wetenschap heeft een communicatieprobleem – Fred Brouns

MAASTRICHT – “De wetenschap heeft een vrij helder beeld van wat goed is voor een mens en wat niet. En toch weet die wetenschap de overgrote meerderheid van de mensen niet te bereiken. De wetenschap communiceert te veel met zichzelf en weet onvoldoende de brug naar buiten te slaan. De wetenschap heeft vooral een communicatieprobleem.”

Dat zegt emeritus hoogleraar Innovatieve Gezonde Voeding aan Maastricht University Fred Brouns (65). Brouns ging eind 2015 met pensioen en pendelt sindsdien vrijwel onafgebroken tussen wereldsteden. “Een beetje werken en een beetje veel genieten.” Maar ook een goed moment om terug te kijken en de balans op te maken van een lange carrière in voeding en gezondheid.

De invloed van voeding op gezondheid is groot, zegt Fred Brouns. “Ik schat zeker 70%. Heel veel ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten zijn het directe gevolg van ongezonde voeding en een ongezonde levensstijl. We leven in een tijd waarin het heel makkelijk is om grote aantallen calorieën makkelijk naar binnen te klokken, maar waarin we tegelijkertijd veel te weinig bewegen om diezelfde aantallen calorieën te verbranden. Met als gevolg dat mensen te dik worden.”

Het probleem zit hem niet zozeer in de calorieën op zich. “Tour de France-wielrenners verbranden in een zware bergetappe meer dan een pond suiker per dag. Zo lang als ze dat blijven doen, is er niets aan de hand. Suiker wordt een probleem als je er te veel van consumeert en vervolgens te weinig beweegt. Het lichaam slaat dan de overtollige calorieën op als vet. Dan raakt het lichaam uit balans.”

Minder consumeren en meer bewegen is beter voor het lichaam. Maar hoe werkt dat in de praktijk? “Kijk naar het onderwijs: kinderen zitten bijna de hele dag stil. En na hun studiedag gaan ze zittend huiswerk maken, de hele dag achter een computer. Daar begint het vaak al.”

Maar ondanks die passieve levensstijl consumeren we juist steeds meer calorieën, in plaats van minder. “We verwennen onszelf met zoete tussendoortjes en eten vaak uit verveling.” Vooral die drang naar zoet zou weleens een biologische oorzaak kunnen hebben, denkt Brouns.

“Moedermelk is vrij zoet. Dat is de eerste smaak van het leven die we binnenkrijgen. En sindsdien associëren we zoet onbewust met die warme, veilige geborgenheid van moedermelk. Door vervolgens suiker lekker te gaan vinden, ontwikkelen we bijna allemaal een ‘sweet tooth’, een tijdens de jeugd sterke wens naar zoetheid die vooral met suikerhoudende dranken wordt gestild.”

Dat probleem is tegenwoordig dermate helder dat overheden internationaal gezamenlijk zouden moeten ingrijpen, vindt Brouns. “Van tabak is inmiddels voldoende duidelijk dat het desastreuze gevolgen heeft voor de gezondheid. Daarom is het terecht dat overheden actief het gebruik van tabak door reclame ontmoedigen en een flinke accijns heffen. Maar wat de overvloed aan suikers betreft laten de overheden dat vooral over aan de producenten. Frisdrankproducenten produceren weliswaar alternatieve, suikervrije frisdranken. Maar veel consumenten vinden die niet lekker en grijpen wederom naar de originele, suikerhoudende frisdranken.”

In maart 2016 presenteerde het Voedingscentrum de nieuwe ‘Schijf van Vijf’, een algemene richtlijn voor gezonde voeding. Maar die nieuwe Schijf wijkt in grote lijnen nauwelijks af van de oorspronkelijke Schijf van Vijf uit 1953. “Er ligt nu iets meer accent op groente en fruit en noten en thee zijn erbij gekomen. De evolutie van voedingsadvies gaat heel langzaam.”

Als belangrijkste innovaties op het gebied van voeding noemt Brouns de aanpak van transvetten en de ontdekking van plantensterolen. “Transvetten zijn plantaardige oliën die door middel van hydrogenering worden omgezet in gedeeltelijk geharde, smeerbare vetten voor onder andere margarine. In die tijd dacht men nog dat verzadigde vetten heel slecht waren en dus werden roomboter en plantaardige oliën vervangen door margarine en halvarine. Inmiddels weten we dat die transvetten erg slecht zijn voor een mens: ze verhogen het cholesterol sterk, wat leidt tot een groter risico op hart- en vaatziekten. Door een nieuwe wet zijn producenten nu verplicht om aan te geven hoeveel transvetten er in een product zitten, waarbij een maximum van 1% niet overschreden mag worden. Dat is een stap in de goede richting.”

“Plantensterolen worden toegevoegd aan voedingsmiddelen zoals boter en yoghurt en helpen het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen. Een mooi voorbeeld hoe voeding functioneel kan bijdragen aan de gezondheid.”

In zijn carrière heeft Brouns nog een belangrijke ontwikkeling zien ontstaan. “Vroeger had je in Nederland een paar honderd journalisten die via de media redelijk onafhankelijk berichtten over het nieuws. Tegenwoordig zijn er duizenden bloggers die hetzelfde doen, via internet. Vooral foodbloggers zijn razend populair. Veel foodbloggers maken zich volgens Brouns schuldig aan “cherry picking”: ze gebruiken de informatie die hen van pas komt, maar negeren nuances die minder of niet van pas komen. “Ze slaan vaak een toon aan van de beschermer, die de onwetende consument moet beschermen tegen de macht van producenten, corrupte wetgevers en partijdige wetenschappers. Ze gedijen in een sfeer van wantrouwen.”

Opmerkelijk genoeg bieden de traditionele media veel foodbloggers kritiekloos ruimte. “Hoe extremer hun mening, hoe meer ze begeerd worden. Vaak beginnen ze met een foodblog, daarna komt een kookboek en zie je een hype ontstaan. Denk aan het Montignac-dieet, dat inmiddels volledig achterhaald is door de feiten.” Ook voerde Brouns actie tegen populaire foodprofeten als Kris Verburgh (‘De voedselzandloper’) en William Davis (‘Broodbuik’). “Ze verkondigen halve waarheden tot en met volstrekte onjuistheden.”

Wat de toekomst van voeding betreft, verwacht Brouns een tijd van grote veranderingen. “We gaan hoe dan ook afscheid nemen van de oude wereld. We gaan een lastige tijd tegemoet. Er zullen steeds meer monden gevoed moeten worden. Maar de zeeën raken stilaan leeggevist, het klimaat verandert, de wereldwijde bijensterfte krijgt zijn vervolg en er gaat een tekort ontstaan aan eetbaar eiwit. Tegelijkertijd zie je het aantal boeren in de wereld drastisch afnemen omdat kinderen het harde werk van hun voorvaderen niet meer willen voortzetten.”

Maar dat maakt hem niet per se pessimistisch. “Het wordt vooral een tijd van grote uitdagingen, waarbij de snel ontwikkelende techniek een belangrijke rol kan gaan spelen in de duurzame productie van voeding.” Brouns hoopt vooral dat mensen in de toekomst veel bewuster gaan worden. “We zijn nog steeds veel te ignorant over de problemen die ons te wachten staan. We eten nog steeds te veel en gooien nog steeds enorme aantallen voeding gewoon weg. De wetenschap zou een leidende rol moeten spelen in het terugwinnen van het vertrouwen van mensen door vooral helder te communiceren, te beginnen met jonge kinderen.”